In grote steden en kustplaatsen kun je je als toerist in Tarragona aardig redden met Engels, een beetje Spaans en handen en voeten. Maar verder in het achterland moet je niet raar opkijken als Catalanen weigeren je in het Castiliaans (Spaans) aan te spreken of te antwoorden. Al spreek je maar een paar woordjes Català, dan gaan hier deuren voor je open.
Uitspraakregels
De Catalaanse taal klinkt veel zachter dan het Spaans en kent meer vocalen. Ook verbinden Catalanen de woorden veel meer met elkaar. Bijvoorbeeld si us plau (alstublieft) spreek je uit als seuws-plauw.
De spelling van het Catalaans is grotendeels fonetisch en de uitspraak is meestal van de spelling af te leiden, maar niet altijd.
Als eigen letters kent het de ‘ç’ of ce trencada zoals in Barça B (de voetbalclub) of la caça (de jacht)
De LL zoals in Lluís wordt als LJ uitgesproken.
De L·L of ele geminada als dubbel L zoals in paral·lel.
, de l·l of zoals in parcel·la (perceel).
Voor de uitspraak van een geschreven woord geldt gewoonlijk: de laatste lettergreep is beklemtoond. Tenzij de laatste lettergreep eindigt in een klinker, gevolgd door -s, of in -en, -in. In dat geval wordt de klemtoon op de voorlaatste lettergreep geplaatst.
De letter Y wordt niet gebruikt, behalve in de combinatie ny voor de klank /ɲ/, zoals in Catalunya (Catalonië) of bany (bad).
Zowel de G als de J worden, als ze voor de klinkers I of E staan, uitgesproken als de J in journalist.
De C wordt voor diezelfde klinkers als een scherpte S uitgesproken.
De X tussen twee klinkers, als in això (deze) klinkt als SJ. En in combinatie met een T zoals in gaspatxo (gazpacho) als TSJ.
De Z tussen twee klinkers, als in …. klinkt als DZ.
De R na een klinker, als in diners, wordt niet uitgesproken.