Bosbrand is iets waar je alleen over leest. Althans in Nederland. Maar in Spanje is alles anders. Hier zijn bosbranden eerder regel dan uitzondering. Vannacht waren wij aan de beurt. Woesj, meer dan 35 hectare boomgaard, gone in ‘iets’ meer dan sixty seconds.
Om vier uur ’s nachts schiet ik overeind van een wel heel bekende geur, die doet denken aan de schoorsteenbrand die we in november overleven. Kennelijk is mijn angst nog niet verdwenen. Of misschien heb ik neus ontwikkeld voor de geur van verbrand hout.
Bosbrand in Spanje | Waar rook is…
Marvy en Pippa liggen naast me, in diepe rust. Papa is voor zijn werk een paar dagen in Nederland. Dan mogen de meiden bij mij in bed. Zachtjes sluip ik in het donker over de ijskoude tegelvloer naar de woonkamer. Ik moet weten waar die lucht vandaan komt. Heb ik een kaars laten branden? Ben ik vergeten de gaskachels uit te draaien? Zijn het de elektrodraden? Onze open haard kan het in elk geval niet zijn, want die in nog in aanbouw.
Bosbrand
In de woonkamer valt mijn oog opeens op het raam naar de tuin. Verderop op onze berg, zie ik een oranje gloed. Alsof de zon opkomt, maar het is even na vieren en pikkedonker. Ik onderdruk een schreeuw, schiet in mijn schoenen en ren met mijn telefoon in mijn hand naar buiten, de tuin uit, de weg op, de bocht om en een heuvel op. Mijn angst blijkt gegrond. In de verte zie ik hoog uitslaande vlammen. Met mijn mobiel probeer ik het vuur te vangen, maar de bosbrand in Spanje is te ver weg en de lucht te donker.
Het bos brandt … En nu?
Ik hoor geen sirenes. Het stormt. Ik moet iets doen. Vastberaden ren ik terug naar huis. De meisjes slapen nog. Bij de voordeur leg ik een briefje en Marvy’s telefoon. ‘Mama is even naar de buren. Ben zo terug.’ Fernanda belt 112, Pere stelt me gerust. De wind staat (voor ons gezien) gunstig. Maar hij kan draaien, dus we moeten waakzaam zijn. Opnieuw ren ik naar huis. De eerste brandweerwagen ontwijkend. Blauw zwaailicht, geen sirene. Er gebeurt nooit wat op het pad, Marvy staat met grote ogen in de woonkamer. ‘Mam, wat is er aan de hand?’ Ik doe wat ik moet doen en blijf rustig.
Brandweer auto’s tellen
Met in elke arm een warm lijfje leg ik uit wat evacueren is, we verzinnen wat we per sé willen meenemen als het zover komt en dan vallen de meisjes in slaap. Ik niet. Ik voel me net Ernie (uit Sesamstraat) als ik inwendig de brandweerauto’s tel die keer op keer mijn slaapkamer blauw oplichten. Zal je net zien, val ik vlak voor de wekker in slaap. Piep, piep, piep. Ik zit meteen rechtop. De geur van brandend hout. Nog erger, lijkt. Door het raam in de gang zie ik enorme witte rookwolken langs onze finca trekken. Erachter, die oranje gloed.
Bosbrand in Spanje | Een gewaarschuwd mens
Online zijn de eerste krantenartikelen over de brand gepubliceerd. Uit de tekst maak ik op dat ongeveer 35 hectare land is verwoest: een deel van het land van onze buurman. Over de oorzaak is volgens het krantenartikel nog niets bekend, maar van Pere begrijp ik dat een van de hoger gelegen buren gistermiddag snoeiafval heeft verbrand. Dagelijkse kost in de winter. Maar gaat het dan stormen, dan kan het smeulende as opnieuw worden aangewakkerd.
Op mijn verzoek loopt buurman Pere naar beneden om Yuri door de wegversperring te kletsen. Vergeefse moeite. Sterker. Ook Pere mag van de politie niet meer terug naar zijn huis. Orders zijn orders, aldus de policia, dus brengen de buurmannen maar liefst vier uur samen door in een gangpad van het naastgelegen tankstation Cepsa. Ook dat is Spanje.